Wat is de staat van de publieke dienstverlening in Nederland? Wat kan beter en hoe? De antwoorden staan in de eerste Staat van de Uitvoering die in januari verscheen. Johan Strieker (programmamanager bij het ministerie van BZK) is ‘meewerkend voorman’ van het projectteam dat voor de stuurgroep het rapport heeft gemaakt.
Vijf vragen aan Johan Strieker over de Staat van de Uitvoering
Dit artikel verscheen 22 februari 2023 op Rijksportaal, het intranet voor alle ministeries en verschillende uitvoeringsinstanties.
Waarom moest er een Staat van de Uitvoering komen?
‘Burgers en ondernemers komen de overheid vooral tegen in contact met uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, het UWV, de SVB en de RVO. Problemen worden daar zichtbaar, voelbaar. In het rapport ‘Werk aan Uitvoering’ (2020), opgesteld door ABDTOPconsult zijn de problemen die spelen bij de overheid benoemd en is een aanpak geformuleerd om de problemen te verhelpen.
In maart 2021 luidde de kabinetsreactie op dat rapport dat de dienstverlening van de overheid hoger op de agenda moet komen. In die brief is ook aangekondigd dat elke uitvoeringsorganisatie jaarlijks een zogenaamde Stand van de Uitvoering oplevert met daarin de knelpunten die zij zelf ervaart en waarneemt in haar interactie met burgers en ondernemers. Én daarnaast wordt de Tweede Kamer periodiek voorzien van een overkoepelend beeld: de Staat van de Uitvoering.’
Hoe is de eerste Staat van de Uitvoering tot stand gekomen?
“Dit rapport bevat naast een vijftal oproepen aan politiek, beleid en uitvoering, twee onderdelen. We hebben de rode draden uit alle Standen van de Uitvoering gehaald. En daarnaast hebben we een trendmatig beeld geschetst van hoe het is gesteld met de uitvoering, het voorafgaande proces van beleidsvorming én het politieke debat. Daaraan liggen zo’n 40 onderzoeken ten grondslag met onderwerpen als kwaliteit van de dienstverlening, de staat van de IT, productiviteit, maatwerk en organisatiecultuur.
Bovendien hebben we in aanloop naar de Staat van de Uitvoering vele gesprekken, reflectie- en duidingssessies georganiseerd. En we blijven mensen uitnodigen om in gesprek te gaan hoe we de publieke dienstverlening kunnen verbeteren.’
Wat is de belangrijkste boodschap uit de Staat van de Uitvoering?
‘De belangrijkste boodschap is dat we het met elkaar wel heel erg ingewikkeld hebben gemaakt. Zowel in de hoeveelheid beleid, de stapeling van beleid als in de manier waarop we het hebben georganiseerd. Tegelijk constateren we dat er veel goed gaat, maar juist de mensen die de overheid het hardst nodig hebben, zien vaak door de bomen het bos niet meer. Als je als burger naar de overheid moet voor inkomensondersteuning, moet je soms wel naar acht verschillende instanties.
Een lid van de stuurgroep wist ons te vertellen dat als je alle regelingen voor ondernemers bekijkt, het allemaal keurige regelingen zijn. Maar als je het in z’n totaliteit beschouwt, je ook wel snapt dat ondernemers het spoor volledig bijster raken. En dat hebben we zelf zo met elkaar georganiseerd.’
En nu? Hoe moeten we aan de slag met de signalen en oproepen uit de Staat van de Uitvoering?
‘Met de Staat willen we enerzijds mensen in de uitvoering een hart onder de riem steken: er gaat heel veel heel erg goed. Maar met de rapportage wordt ook benadrukt dat er urgente problemen zijn die snel moeten worden aangepakt om de publieke dienstverlening toekomstbestendig te maken. Dat vraagt om reflectie van alle betrokkenen op hun eigen rol; politiek, beleid en uitvoering zelf.
Uit alle onderzoeken blijkt dat er in alle fases van beleid ruimte is om te verbeteren. Maar het mag duidelijk zijn: hoe meer scherpte aan de voorkant van het beleidsproces, hoe makkelijker.
Het politieke debat is media-gedreven en te vaak gebaseerd op incidenten. Fundamentele vragen over dienstverlening worden weinig gesteld. En als een beleidsmedewerker aan de slag gaat met een mooie regeling, gaat die nog te vaak voorbij aan het feit dat zijn regeling onderdeel is van een veel groter complex aan regels. De publieke dienstverleners zelf realiseren zich dat ze stappen moeten zetten om bijvoorbeeld de gezamenlijke gegevensuitwisseling te verbeteren.
Iedereen heeft een deel van de puzzel, maar die is alleen op te lossen als betrokkenen de totale complexiteit uit het perspectief van burgers en ondernemers overzien en de urgentie voelen om dit samen aan te pakken. Ik hoop dat met dit rapport die urgentie nogmaals is onderstreept.’
Wat is je oproep aan de lezers van dit artikel? Hoe kunnen zij bijdragen aan verbetering van de publieke dienstverlening?
‘Aan de beleidsmakers gaat van de Staat vooral de oproep uit om denken uit het perspectief van de burger of ondernemer nu ook echt te internaliseren. Of zoals ik een SG wel eens heb horen zeggen tegen zijn beleidsmensen: “Eerst naar buiten en dan pas aan de slag met pen en papier.’