Ook vanuit de Staat van de Uitvoering volgen wij de productiviteit van uitvoeringsorganisaties. Wij doen dat op basis van onderzoek van IPSE/TU Delft. Daaruit blijkt: bij 7 van de onderzochte 9 grote uitvoerders is de productiviteit in 2021 juist toegenomen, met IND en RWS als koplopers (TiU bulletin 2023).
PWC heeft ‘waar mogelijk het productievolume berekend als de omzet,
gedefleerd
gedefleerd
Het omzetten van nominale grootheden (bijv. geldinkomens) in reële grootheden. Dit gebeurt om cijfers in een tijdreeks beter vergelijkbaar te maken.
met een interne kostprijs of een tarief’. PWC baseert het getal van 60.000 op een vergelijking met ‘de best practice organisaties’. Daaronder valt bijvoorbeeld Paresto, de cateraar van het Ministerie van Defensie. Deze organisatie heeft echter wel een heel ander primair proces dan de vaak ICT-gedreven uitvoeringsorganisaties, zoals UWV, DUO of SVB. Zo heeft Paresto minder last van complexe regelgeving en ICT-vraagstukken.
IPSE meet productiviteit als de geleverde productie per bestede euro. De productie wordt gemeten in aantal eenheden, bijvoorbeeld het aantal beschikkingen.
Dat is een belangrijk verschil. In de benadering van PWC leidt een prijsverhoging -die de inflatie overstijgt- tot meer omzet voor de uitvoeringsorganisatie en daarmee tot een hogere productiviteit. Bij het meten van de productiviteit van bedrijven is dat logischer dan bij publieke organisaties.
Een ander belangrijk verschil: PWC meet tijdreeksen over vijf jaar (waaronder dus ook de coronaperiode), IPSE over tientallen jaren. Op de website www.trendsinuitvoeringsorganisaties.nl staan grafieken per organisatie. Ten derde is het belangrijk om ons te realiseren dat de taken van uitvoeringsorganisaties enorm verschillen. PWC probeert hier rekening mee te houden door 5 typen te onderscheiden. Vraag is of dat gegeven de diversiteit van het landschap toereikend is.
Belangrijkste constatering uit beide onderzoeken is dat nog te weinig op productiviteit wordt gestuurd en de benodigde cijfers daarover ook lang niet altijd voorhanden zijn. Sturen op productiviteit is juist nu belangrijk, omdat voor het leveren van een publieke dienst steeds meer personeel nodig is. In de Staat van de Uitvoering 2022 concludeerden we dat de omvang van de Rijksdienst tussen 2107 en 2021 met ruim 20.000 arbeidsplaatsen is toegenomen. Zowel beleid, ondersteuning als uitvoering namen toe. En dat de complexiteit van wet- en regelgeving het belangrijkste knelpunt voor burgers en uitvoerders is. We zien dus dat er steeds meer mensen nodig zijn om publieke taken te verrichten. Met de toenemende krapte op de arbeidsmarkt is dat niet houdbaar.
IPSE constateert dat goede cijfers om de ontwikkeling van de productiviteit van publieke dienstverleners te analyseren maar beperkt beschikbaar zijn bij uitvoerders en (minder nog) op departementen. Het is goed dat er meer aandacht komt voor productiviteit en het monitoren en sturen op formatie.